Een kolenkachel is een verwarmingstoestel dat kolen verbrandt.
De warmte die bij de verbranding vrijkomt, wordt gebruikt om bijvoorbeeld vertrekken in een woning of gebouw te verwarmen. De brandstof wordt met een kolenkit in de kachel gegooid. Steenkool als brandstof voor thuisgebruik was in diverse soorten en maten verkrijgbaar: antraciet, eierkolen en cokes. Ook briketten van steenkool of bruinkool werden toegepast. De rook die bij de verbranding ontstaat, welke koolstofdioxide en koolstofmonoxide bevat, wordt via de kachelpijp naar een schoorsteen of rookgasafvoer afgevoerd.
De meeste kolenkachels geven stralingswarmte af. Voordeel daarvan is dat de ruimte bij een veel lagere luchttemperatuur aangenaam aanvoelt. Vergelijk dit met het zonnen tijdens de wintersport. Ook is de gewenste temperatuur te variëren door dichter of minder dicht bij de kachel te gaan zitten. De warmte van een kolenkachel wordt daarom vaak als zeer prettig ervaren.
Het gebruik van een kolenkachel levert echter nogal wat vervuiling in huis op, in de vorm van roet en stof, door de verbranding en door de kolen die door de woning worden aangevoerd. Aan het eind van het stookseizoen volgde dan ook gewoonlijk de voorjaarsschoonmaak.